Het LIEC, de tien RIEC’s en de partners hebben in 2014 een landelijk convenant ondertekend. De werkzaamheden van het RIEC Noord-Holland vinden daarin hun grondslag. Het convenant regelt de samenwerking tussen de betrokken partijen op landelijk en regionaal niveau. Het convenant zorgt ervoor dat alle partners zo samenwerken dat ze optimaal gebruikmaken van de bestuursrechtelijke, strafrechtelijke én fiscaalrechtelijke maatregelen tegen ondermijnende criminaliteit.
Op basis van het RIEC-convenant wisselen partners alle informatie uit die nodig is voor een effectieve interventiestrategie. Samen met de partners zorgt het RIEC Noord-Holland ervoor dat het delen van deze informatie volgens de wettelijke kaders en voorwaarden gebeurt.
Het RIEC-convenant biedt de basis voor brede samenwerking bij verschillende vormen van georganiseerde criminaliteit:
De regionale stuurgroep Aanpak Ondermijning Noord-Holland, waarin alle RIEC-partners bestuurlijk zijn vertegenwoordigd, kan hieraan nog andere vormen van georganiseerde criminaliteit toevoegen.
Visie
Door optimale samenwerking tussen (publieke én private) partners dringen we ondermijnende criminaliteit terug en maken we de maatschappij weerbaar.
Missie
Op basis van integrale intelligence, expertise en innovatie adviseren wij onze partners. Zo kunnen zij hun mensen en middelen samen slimmer, sneller en effectiever inzetten ter voorkoming en bestrijding van georganiseerde criminaliteit.
De aanpak van ondermijning in de eenheid Noord-Holland bestaat uit de combinatie van ‘aanvallen en verdedigen’. De aanval gebeurt met de signaalaanpak, waarbij RIEC-partners samenwerken aan casussen, onder de werking van het RIEC-convenant. Daarnaast maken we een sterkere verdedigingslinie, door de bestuurlijke en maatschappelijke weerbaarheid te vergroten.
Als we de RIEC-partners kunnen beschouwen als ‘aanvallers’ en ‘verdedigers’, dan heeft het RIEC Noord-Holland de rol van ‘spelverdeler’ en ‘trainer’. Dat wil zeggen dat het RIEC de aanpak van criminele ondermijning over de volle breedte ondersteunt, faciliteert en waar nodig coördineert. Het neemt daarbij niet de verantwoordelijkheden van de partners over. Zij geven ieder hun bijdrage aan de gezamenlijke aanpak van ondermijning een vaste plek in hun eigen bedrijfsvoering.
Bij het RIEC Noord-Holland zijn 32 gemeenten, de provincie Noord-Holland en een regionale vertegenwoordiging van de landelijke partners aangesloten. Het werkgebied bestrijkt Noord-Holland, met uitzondering van de regio’s Amsterdam (RIEC Amsterdam-Amstelland) en Gooi & Vechtstreek (RIEC Midden-Nederland).
De regio Noord-Holland kenmerkt zich door:
Criminelen kunnen deze eigenschappen in hun voordeel gebruiken. Daarnaast is de nabijheid van Amsterdam van invloed op het vóórkomen van georganiseerde criminaliteit in onze regio.
Behalve de 32 gemeenten in onze eenheid en de provincie Noord-Holland ondertekenden de volgende partners het RIEC-convenant:
De stuurgroep Aanpak Ondermijning Noord-Holland komt tot een strategie en visie en bekijkt, aan de hand van het jaarplan, hoe de samenwerkende partners de doelstellingen kunnen halen. Zo moet een optimaal samenwerkende overheid de georganiseerde criminaliteit bestrijden. De stuurgroep gaat daarbij over het totale werkproces.
De stuurgroep Aanpak Ondermijning Noord-Holland komt ongeveer zes keer per jaar bijeen.
De programmamanager Aanpak Ondermijning en het hoofd RIEC Noord-Holland zorgen samen voor de voorbereiding, planning en verslaglegging van de bijeenkomsten.
Dit programmaoverleg is het orgaan dat strategisch stuurt op de integrale aanpak en inzet van capaciteit van de grotere casussen en ondermijningsthema’s. Ook houdt het programmaoverleg de voortgang en uitvoering van de versterkingsprojecten in de gaten. Specifieke knelpunten komen in dit overleg aan de orde.
Belanghebbende burgemeesters kunnen bij dit overleg worden uitgenodigd.
Het Programmaoverleg vindt ongeveer een keer in de zes weken plaats. De programmamanager Aanpak ondermijning en het hoofd RIEC Noord-Holland zorgen samen voor de voorbereiding, planning en verslaglegging van de bijeenkomsten.
Het Interventieoverleg kijkt hoe de casussen verlopen die in RIEC-verband in behandeling zijn en of er resultaten worden geboekt. Hierbij ligt de nadruk op complexe veiligheidsvraagstukken, waarbij deelnemers problemen moeten oplossen. Het Interventieoverleg besluit op basis van analyses en (korte) interventieadviezen die voortkomen uit het Informatieplein.
Deze interventies zijn gericht op het bestrijden van georganiseerde criminaliteit en het opwerpen van barrières om ondermijning te voorkomen. Denk aan de sluiting van een pand waar drugs zijn gevonden, het uitvoeren van handhavingscontroles of het afpakken van crimineel vermogen. Deelnemers aan dit overleg besluiten over wie de (bestuurlijke) leiding heeft bij een casus en over concrete interventies. Ze lichten de betreffende politieteamdriehoek(en) hierover in.
Het Interventieoverleg heeft een vaste kern deelnemers afkomstig uit de deelnemende convenantpartners. Zij kunnen namens hun moederorganisatie besluiten nemen over de gezamenlijke aanpak en de daaruit voortvloeiende vraag over in te zetten personeel. De programmamanager Aanpak Ondermijning sluit aan bij het Interventieoverleg, om de verbinding tussen de aanpak in specifieke casussen en de projecten van het versterkingsplan te leggen.
De effectiviteit van het Interventieoverleg is afhankelijk van draagvlak voor genomen besluiten binnen de deelnemende organisaties en gemeenten. Daarom kunnen de RIEC-accountmanagers bij besluiten in het Interventieoverleg ook mensen uitnodigen die werken bij de deelnemende organisaties maar doorgaans niet bij het overleg zitten.
Het Interventieoverleg vindt eens in de vier weken plaats. Het RIEC Noord-Holland zorgt voor de voorbereiding, planning en verslaglegging van het interventieoverleg.
Het Informatieplein is het startpunt voor de gezamenlijke aanpak van georganiseerde criminaliteit in RIEC-verband. Bij het Informatieplein komen signalen van mogelijke georganiseerde criminaliteit binnen. Medewerkers daar wegen en beoordelen de ingebrachte signalen, door extra informatie binnen de eigen systemen te verzamelen (het ‘opwerken van een signaal’). Daarna worden de gewogen signalen geprioriteerd. Ook nemen medewerkers van het Informatieplein een aantal besluiten over de vervolgaanpak van de casus.
Het Informatieplein heeft een vaste kern medewerkers afkomstig van de deelnemende convenantpartners. Zij kunnen namens hun moederorganisaties relevante informatie delen en afspraken maken over op te leveren analyses.
In het geval van complexe veiligheidsvraagstukken kan het in dit stadium van de casusaanpak relevant zijn dat andere veiligheidspartners meewerken. Daarom heeft het Informatieplein een flexibele schil. De voorzitter van het Informatieplein nodigt de deelnemers uit deze flexibele schil soms uit.
Het Informatieplein komt twee keer per maand bijeen. Het RIEC Noord-Holland zorgt voor de planning, verslaglegging/actiepunten/besluitenlijst en voorzitterschap van het Informatieplein.
Het is mogelijk om bij complexe veiligheidsvraagstukken op lokaal (gemeentelijk) niveau casusoverleggen te organiseren. Deze overleggen vinden meestal plaats onder aansturing van het Interventieoverleg en richten zich vooral op het opstellen en uitvoeren van de gezamenlijke interventiestrategie.
Lokale ondermijningsbeelden en inzicht in de effectiviteit van de gezamenlijke aanpak in gemeenten helpt breed draagvlak creëren voor de bestuurlijke en geïntegreerde strijd tegen georganiseerde criminaliteit. Daarom krijgen de leden van de politieteamdriehoeken periodiek informatie over de ontwikkelingen in het (lokale) ondermijningsbeeld en bereikte resultaten. Dat gebeurt op basis van door het RIEC Noord-Holland ontvangen (bestuurlijke) signalen. Accountmanagers van het RIEC Noord-Holland bereiden samen met convenantpartners en secretarissen van de politieteamdriehoeken de ondermijningsagenda van het driehoeksoverleg voor. Een standpunt van de leden van een politieteamdriehoek kan ervoor zorgen dat deelnemers van het interventieoverleg de strategie van uit te voeren veranderen.