Het project CTER Noord-Holland (2019-2023) van het Integraal Meerjarenbeleidsplan Veiligheid (IMV) is gericht op:
Deelprojecten
CTER kent in 2022 drie deelprojecten:
Onderstaand worden de deelprojecten, doelstellingen en resultaten toegelicht. Belangrijke randvoorwaarde voor de uitvoering van diverse activiteiten, betreft de toekenning van versterkingsgelden door het Ministerie. Deze gelden zijn op 30 september 2021 aangevraagd en de verwachting is dat hier eind december uitsluitsel over komt. De gelden betreffen een essentiële aanvulling op het regionale budget vanuit het IMV. De uitvoering van onderstaande activiteiten is dus deels afhankelijk van de toekenning van die versterkingsgelden. In de stuurgroep CTER Zal worden besloten hoe daar in 2022 mee om te gaan.
Gemeenten hebben een regierol in het voorkomen en vroegtijdig herkennen van polarisatie, radicalisering en extremisme. Project CTER ondersteunt en adviseert gemeenten in die rol. Zo wordt er een overzicht gemaakt van de belangrijkste zaken die intern op orde moeten zijn (‘basis op orde’) om die regierol goed te kunnen pakken. We houden daarbij rekening met de diverse grootte van organisaties en verschillende (lokale) problemen Ook voor de partnerorganisaties zal een overzicht van ‘basis op orde’ worden gemaakt.
In 2021 is het visiedocument ‘Een weerbare democratische rechtorde’ opgeleverd: dit geeft een basis om lokaal tot een visie te komen. Die biedt een fundament van gedeelde waarden, normen, uitgangspunten en grenzen. Een visie geeft richting aan lokaal beleid en levert een kader om bestuurlijke vragen beter te beantwoorden. Met dit deelproject krijgen gemeenten in 2022 een blauwdruk voor de invulling van het lokale CTER-beleid.
Het opleiden en trainen van professionals van de verschillende organisaties is een ander belangrijk onderdeel van ‘Basis op orde’. Doorlopend bieden we (gerichte) trainingen en webinars aan om het kennisniveau op peil te krijgen én te houden. In 2022 willen we komen tot een advies over een permanente educatie: een manier om kennis en vaardigheden op een basisniveau te hebben en houden. Hiermee kunnen we trainingen en opleidingen (meer) vraaggestuurd aanbieden. Ook kunnen we zo kennis en vaardigheden toetsen om het gewenste niveau te behouden.
Tot slot is het in het kader van preventie van belang om in te zetten op de voedingsbodem: om te investeren op een verhoogde weerbaarheid en bij vroege signalen middels maatwerk in te kunnen grijpen. Scholen spelen hierin een belangrijke rol. We richten ons (ook) in 2022 op het ondersteunen van onderwijsprofessionals in die rol. Middels de Pilot ‘WIJ-school’ krijgen drie (middelbare) scholen in Noord-Holland in lesjaar 2021/2022 een tool (een ‘scan’) aangereikt om problematiek in kaart te brengen: wat speelt er in klassen en bij leerlingen? Op basis van de scan wordt vervolgens een gericht aanbod gedaan van (preventieve) interventies. In 2022 willen we de pilot evalueren en op basis daarvan beslissen over het vervolg.
De afgelopen drie jaren hebben we geïnvesteerd in het opbouwen van een regionaal netwerk van experts. In 2022 gaan we daar verder mee: zowel in de breedte (meer partners laten aanhaken) als in de diepte (binnen aangehaakte partners meer organisatielagen betrekken, zoals het tactische niveau).
Door het bereik van het netwerk te vergroten, kunnen we kennis breder beschikbaar stellen en investeren in (vroeg)signalering vanuit diverse domeinen, zoals de geestelijke gezondheidszorg, asiel & integratie en zorg & veiligheid. We willen het bereik in 2022 vergroten met vernieuwende of andere vormen van netwerkverbindingen. Hiervoor stellen we een communicatieplan op, waarin mogelijkheden als een animatie, podcasts, informatiebladen, webinars en specifieke trainingen worden meegenomen. Het plan zal leiden tot het opmaken van diverse producten op maat, afhankelijk van de behoefte per doelgroep.
Gezien de stijgende asielinstroom en het gegeven dat er “concrete gevallen bekend zijn van misbruik van de migrantenstroom door ISIS om Europa binnen te komen” willen we in 2022 inzetten op het (verstevigen van het) lokale contact met de asiel- en vluchtelingenketen (Vluchtelingenwerk, Centraal orgaan Opvang Asielzoekers, Immigratie- en Naturalisatiedienst) (randvoorwaarde; versterkingsgelden).
De afgelopen jaren zagen we bij veel personen uit de CTER-aanpak óók verward gedrag. Dat heeft gemaakt dat in 2021 de samenwerking tussen GGZ, GGD en de CTER-partners Noord-Holland Noord is geïntensiveerd in een pilot. Als de betrokkenen hierover tevreden zijn, dan bieden we dit traject in 2022 ook aan een volgende veiligheidshuisregio aan (Kennemerland of Zaanstreek-Waterland) (randvoorwaarde: versterkingsgelden).
Om goed in te kunnen spelen op trends en ontwikkelingen (sturen dan wel actie ondernemen) is een regionaal beeld nodig. De drie Zorg- en Veiligheidshuizen leveren in 2022 periodiek een beeld (infographic) op van de signalen en casussen die zijn behandeld en relevante context daarbij (denk aan kenmerken als leeftijd, type ideologie, specifieke groeperingen).
Eind 2021 wordt in het project ‘Websense’ een eindadvies opgeleverd over het borgen van integrale samenwerking in het online domein polarisatie/radicalisering/extremisme in Noord-Holland. Mede op basis van het eindadvies wordt bepaald hoe in 2022 aan de slag te gaan met integrale websense (waaronder het al dan niet organiseren van ‘living labs’ en het aansluiten bij de ‘vliegende brigade’ van project ‘Online Orde’).
De integrale CTER-aanpak Noord-Holland is vanaf 2016 opgebouwd en kent een stevige basis in de drie Zorg- en Veiligheidshuizen. De partners betrokken bij CTER willen blijvend aandacht houden voor het verbeteren van die aanpak. De coördinatie voor deze evaluatie ligt bij de drie Zorg- en Veiligheidshuizen. Project CTER ondersteunt daarbij. In 2021 is het integrale informatie-overleg geëvalueerd en is ook gestart met een evaluatie van het casusoverleg, ofwel de manier waarop zij individuele personen bespreken. In 2022 zetten we in op (1) het afronden van de evaluatie van het casusoverleg, (2) het oppakken van de aanbevelingen uit de evaluaties, (3) het updaten van het convenant voor informatiedelen en (4) het investeren in en borgen van de inzet van gemeentelijke experts CTER (randvoorwaarde: versterkingsgelden).
Uit de cijfers van de integrale aanpak CTER blijkt dat personen steeds jonger in leeftijd zijn én zich extremer uiten. Als jongeren of jongvolwassenen het gevoel hebben dat de samenleving hen buitensluit, kunnen zij vatbaarder worden voor extreme ideologieën, (online) netwerken en groeperingen. Het Mentorproject ONE-on-ONE richt zich op die jongeren of jongvolwassenen. Binnen het project begeleidt een intrinsiek gemotiveerde én getrainde vrijwilliger al vroeg iemand die gevoelig is voor radicale denkbeelden. In 2021 zijn tien mentoren getraind die vanaf december 2021 inzetbaar zijn in de regio. In 2022 willen we mentoren doorlopend trainen, deze interventie bekender maken, signalen op tijd binnen het netwerk ophalen, mentorconsultants de mentortrajecten laten ondersteunen én de lopende trajecten (extern) laten evalueren (randvoorwaarde: versterkingsgelden).
Het thema CTER is actueel. De ervaring leert dat actualiteiten vragen om inzet vanuit het project: waar het gaat om het opmaken van informatieberichten richting bestuurders naar aanleiding van een gebeurtenis, maar ook waar het gaat om persvragen óf het ontwikkelen van een informatieblad op een specifieke actuele trend. Voorbeelden hiervan zijn het inspelen op het Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland (DTN), of het informatieblad ‘omgaan met complotdenken op de werkvloer’.
Kortom: gedurende het jaar wordt vanuit het project CTER waar wenselijk ingespeeld op actualiteiten of (lokale) behoeften. Er is dus ‘flexibele ruimte’ nodig om daar op in te kunnen spelen. Mocht die ruimte niet nodig zijn, dan zijn de volgende activiteiten vanuit het project opgesomd die relevant (kunnen) zijn om op te pakken: